François Hemsterhuis - Pieter van Damme - 1757-12-15

From Fina Wiki
Revision as of 15:36, 27 October 2020 by FDeCallatay (talk | contribs)
The printable version is no longer supported and may have rendering errors. Please update your browser bookmarks and please use the default browser print function instead.


François Hemsterhuis, The Hague

François Hemsterhuis - Pieter van Damme - 1757-12-15
FINA IDUnique ID of the page  8676
InstitutionName of Institution. The Hague, Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum
InventoryInventory number. Archief van Damme 401, f° 15
AuthorAuthor of the document. François Hemsterhuis
RecipientRecipient of the correspondence. Pieter van Damme
Correspondence dateDate when the correspondence was written: day - month - year . December 15, 1757
PlacePlace of publication of the book, composition of the document or institution. The Hague 52° 4' 29.82" N, 4° 16' 10.85" E
Associated personsNames of Persons who are mentioned in the annotation. Henry Herbert, 10th earl of Pembroke
LiteratureReference to literature. Sluis 2017, lettre 12/10, p. 20-211
KeywordNumismatic Keywords  Book Price , Library , Librarian , Greek , Seleucids , Antiochos , Egypt , Ptolemies , Arsinoe
LanguageLanguage of the correspondence Dutch
External LinkLink to external information, e.g. Wikpedia  https://www.rug.nl/library/heritage/hemsterhuis/brieven
Map
Loading map...
You can move or zoom the map to explore other correspondence!
Grand documentOriginal passage from the "Grand document".

-Lettre du 15 décembre 1757 (de Den Haag) : « Wel eedle Heer en zeer geagte Vriend, Blijve Uwe zeer verpligt voor de vriendelijkheeden mij tot Amsteldam door haar bewezen, als mede voor de communicatie van de geleegenhijt om het werk van Pembroke te bekomen voor f 80.-.-. Ik hadde gedagt hetzelve voor mij te neemen, dog gistren bij geleegenhijt aan Haare Kon. Hoogh. kennisse geevende van Uwe Missive, heeft hoogst dezelve het voor de Bibliotheeq gelieven te hebben, weshalve Uwe verzoeke om het aan mij of aan de Bibliothecaris Joncourt te doen toe komen, op reeckenig van Mevrouwe de Princesse, zullende ik voor de prompte betaaling zorge draagen. Het is mij leed van Amsteldam vertrokken te zijn zonder om de Antiocheus ευεργετης te denken, dog Uwe zal wel ietweg dubbeld in t’ Grieksch hebben, weshalve de ruiling gemakkelijk zal vallen en zo als Haar zal behagen. Ik heb eenige hoop de goude Arsinoe van Kroonenburg te zullen ontfangen, ten minsten is dezelve mij als zodanig opgedaan. De reeckening der penningen hebbe huiden morgen ontfangen. Geeve mij de eer te zijn, wel eedle Heer en hoog geagte Vriend, Uweds dienstwillige dienaar. Hemsterhuis. s’ Hage, den 15 Dec. 1757. Hoope door een lettertje verwittigt te worden, hoe en wanneer ik de Pembrooke staa te ontfangen. IJder is hier na zijn belangen vrolijk of droevig over de Victorie door den Kon. van Pruissen op den 5den deezer op de gecombineerde Oostenrijksche armée bevogten. (Den Haag, Museum Meermanno, Archief van Damme, 401 / 15 ; Sluis 2017, lettre 12/10, p. 20-21).

References

  1. ^  Sluis, Jacob van (2017), François Hemsterhuis. Briefwisseling met overige correspondenten. Hemsterhusiana, volume 12, Groningen