|
|
(One intermediate revision by the same user not shown) |
Line 1: |
Line 1: |
| {{Correspondence | | {{Correspondence |
| |Institution=The Hague, Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum | | |Institution=The Hague, Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum |
| |Inventory=Archief van Damme, 401 / 45 | | |Inventory=Archief van Damme 401, f° 45 |
| |Author=François Hemsterhuis | | |Author=François Hemsterhuis |
| |Recipient=Pieter van Damme | | |Recipient=Pieter van Damme |
Line 9: |
Line 9: |
| |Associated persons=Filippo Paruta; Arnout Vosmaer | | |Associated persons=Filippo Paruta; Arnout Vosmaer |
| |Literature=Paruta 1612; Paruta - Agostini 1723; Sluis 2017, lettre 12/50, p. 69-70 | | |Literature=Paruta 1612; Paruta - Agostini 1723; Sluis 2017, lettre 12/50, p. 69-70 |
| |Numismatic keyword=greek; sicily; panormus; egypt; ptolemies; local finds; syracuse; Constantinus IV | | |Numismatic keyword=greek; sicily; panormus; egypt; ptolemies; local finds; syracuse; Constantinus IV; forgeries |
| |CorrespondenceLanguage=Dutch | | |CorrespondenceLanguage=Dutch |
| |Link=https://www.rug.nl/library/heritage/hemsterhuis/brieven | | |Link=https://www.rug.nl/library/heritage/hemsterhuis/brieven |
| |Grand document=-Lettre du 27 avril 1770 (de Den Haag) : « Wel eedle Heer en Vriend. Hebbe gisteren met moeite en kosten bekomen een klein goud penningje van Panormus, van de grootte van Uwe Ptolomaeus. Aan de eene zijde vertoont zig het hoofd van Arethusa, en aan de andre een staand paerdje dat omziet. Het verschilt van het goude penningje bij Paruta uitgegeeven. Daar is een klijn gaatje doorgeboort, dog het paardje is geheel zuiver. Het penningje is ongetwijffelt echt en komt van Tripoli en het zelve is zo wel geconditioneert als mogelijk is. Indien Uwe voor het zelve de wedergade in zilver van mijn goud medaillon geliefd te geven zal ik zulks doen of schoon de raarhijt van die beide bijzonder veel verscheelt. Indien ik de ΚΟΡΑΣ sondag uchtent per post ontfange zal Uwe maandag het kleine penningje ingelijks per post geworden zonder faut, en bij aldien Uwe de ruil vervolgens mishaagt zal ze wederom binnen drie dagen te niet gedaan zijn. Indien Uwe mogt benoodigt het dikke en kleene gouden penningje van Constantinus Pogonatus zal ik hetzelve teffens afstaan voor de Syracusische penning waar in ik zo veel het russisch meende te zien, namentlijk dat waar op het hoofd van Arethusa met een laurier kroon verciert was. In verwagting van een lettertje tot antwoord op sondag alzo Vosmaer mij daanig over deeze penningjes aan boord is, heb ik de eer met alle agting voor Uwe persoon, en met alle liefde voor hare penning kasse te zijn, wel eedle Heer en Vriend, Uwes ootmoedige en gehoorzaame dienaer. Hemsterhuis. s’ Hage, vrijdag 27 april 1770 » (Den Haag, Museum Meermanno, Archief van Damme, 401 / 45 ; Sluis 2017, lettre 12/50, p. 69-70). | | |Grand document=-Lettre du 27 avril 1770 (de Den Haag) : « Wel eedle Heer en Vriend. Hebbe gisteren met moeite en kosten bekomen een klein goud penningje van Panormus, van de grootte van Uwe Ptolomaeus. Aan de eene zijde vertoont zig het hoofd van Arethusa, en aan de andre een staand paerdje dat omziet. Het verschilt van het goude penningje bij Paruta uitgegeeven. Daar is een klijn gaatje doorgeboort, dog het paardje is geheel zuiver. Het penningje is ongetwijffelt echt en komt van Tripoli en het zelve is zo wel geconditioneert als mogelijk is. Indien Uwe voor het zelve de wedergade in zilver van mijn goud medaillon geliefd te geven zal ik zulks doen of schoon de raarhijt van die beide bijzonder veel verscheelt. Indien ik de ΚΟΡΑΣ sondag uchtent per post ontfange zal Uwe maandag het kleine penningje ingelijks per post geworden zonder faut, en bij aldien Uwe de ruil vervolgens mishaagt zal ze wederom binnen drie dagen te niet gedaan zijn. Indien Uwe mogt benoodigt het dikke en kleene gouden penningje van Constantinus Pogonatus zal ik hetzelve teffens afstaan voor de Syracusische penning waar in ik zo veel het russisch meende te zien, namentlijk dat waar op het hoofd van Arethusa met een laurier kroon verciert was. In verwagting van een lettertje tot antwoord op sondag alzo Vosmaer mij daanig over deeze penningjes aan boord is, heb ik de eer met alle agting voor Uwe persoon, en met alle liefde voor hare penning kasse te zijn, wel eedle Heer en Vriend, Uwes ootmoedige en gehoorzaame dienaer. Hemsterhuis. s’ Hage, vrijdag 27 april 1770 » (Den Haag, Museum Meermanno, Archief van Damme, 401 / 45 ; Sluis 2017, lettre 12/50, p. 69-70). |
| }} | | }} |