View source for François Hemsterhuis - Pieter van Damme - 1772-5-1

{{Correspondence
|Institution=The Hague, Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum
|Inventory=Archief van Damme 401, f° 53
|Author=François Hemsterhuis
|Recipient=Pieter van Damme
|Correspondence date=1772/05/01
|Place=The Hague
|Coordinates=52.07495, 4.26968
|Literature=Sluis 2017, lettre 12/58, p. 77
|Numismatic keyword=roman
|CorrespondenceLanguage=Dutch
|Link=https://www.rug.nl/library/heritage/hemsterhuis/brieven
|Grand document=-Lettre du 1 mai 1772 (de Den Haag) : « Wel eedle Heer en Vriend, Hier nevens gaan de drie raare goude penningen, waar van de eene wel de aller raarste zal zĳn van alle goude Roomsche penningen die Uwe bezit, en mogelĳk de twee. Weinige uuren geleden had ik geene gedachten dezelve magtig te zullen werden, indien Uwe dezelve niet voor de 20 begeerde verzoek ik ze spoedig wederom. Het vreemde canaal waardoor zĳ mĳ geworden zĳn, zal mĳ mogelĳk nog andre canaalen aan de hand geven waarop nimmer gedagt hadde. Hiernevens gaat het memoritje rakende de Deensche vraag met opzigt tot de Elzeviers, waarop Uwe bĳ gelegenhĳt eenig antwoord zal geven. De Heer Salgas is alhier met Milady Holderness gearriveert, zodat ik met ongedult enig Engelsch nieuws van Uwe verwagte. Blĳve in die verwagting met haast, Wel Edele Heer en Vriend, Uwes ootmoedige en gehoorsame dienaar. Hemsterhuis. s’ Hage, 1 maĳ 1772 » (Den Haag, Museum Meermanno, Archief van Damme, 401 / 53; Sluis 2017, lettre 12/58, p. 77).
}}