François Hemsterhuis - Pieter van Damme - 1780-3-4

From Fina Wiki
Revision as of 15:49, 27 October 2020 by FDeCallatay (talk | contribs)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


François Hemsterhuis, The Hague

François Hemsterhuis - Pieter van Damme - 1780-3-4
FINA IDUnique ID of the page  8729
InstitutionName of Institution. The Hague, Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum
InventoryInventory number. Archief van Damme 401, f° 66-67
AuthorAuthor of the document. François Hemsterhuis
RecipientRecipient of the correspondence. Pieter van Damme
Correspondence dateDate when the correspondence was written: day - month - year . March 4, 1780
PlacePlace of publication of the book, composition of the document or institution. The Hague 52° 4' 29.82" N, 4° 16' 10.85" E
Associated personsNames of Persons who are mentioned in the annotation. Gisbert Cuper, Mathurin Veyssière de la Croze
LiteratureReference to literature. Cuper 17431, Sluis 2017, lettre 12/101, p. 132-1332
KeywordNumismatic Keywords  Roman , Honorius , Galla Placidia , Correspondence , Egypt , Arsinoe , Ptolemies , Greek , Philip Ii Of, State Of Preservation, Duplicates
LanguageLanguage of the correspondence Dutch
External LinkLink to external information, e.g. Wikpedia  https://www.rug.nl/library/heritage/hemsterhuis/brieven
Map
Loading map...
You can move or zoom the map to explore other correspondence!
Grand documentOriginal passage from the "Grand document".

-Lettre du 4 mars 1780 (de Den Haag) : « Wel eedle Heer en Vriend, Uwe weet dat in de uitgegeven brieven van Cuper pag. 179 en volgende, mentie word gemaakt van een schat gevonden bij Aarnhem in het jaar 1715. Cuper spreekt aldaar van drie goude medaillons, waar van hij twee noemt, te weeten Honorius en Galla Placidia, en die beide zijn in het Cabinet van Z.D.H. en bij Uwe bekent. Ik kan Uwe zeggen dat de derde mede was een Galla Placidia van gelijke groothijt en fatsoen als die van de Prins, egter is de stempel zeer merkelijk anders, ofschoon in het generaal dezelve inscripties en voorwerpen voerende. Zij is beter dan die van Z.H. Uwe heeft nog van mij de onuitgegeven brieven van Cuper, en mij geheugt dat er eene derzelven een medaillon van Galla Placidia is uitgeteekent vrij beter dan in de gedrukte verbeelt staat. Die brief verlang ik gaarne te zien, om te weten of het is de afreeckening van die van de Prins of die van het medaillon waar van ik spreek. Ik zend Uwe hier nevens copije van twee briefjes. Het eerste is gevoegt bij het groote medaillon van Galla Placidia, en het tweede bij een goudpenningje van Gratianus, beide schijnen mij toe te zijn van de hand van Cuper, en ik zoude daar uit besluiten dat Cuper die penning is magtig geworden na het schrijven van zijne bovengemelde brieven aan La Croze. Ik begrijp zeer ligtelijk, Heer en Vriend, welke Uwe aandoening zal zijn op het lezen van dit nieuws. Het is niet onmogelijk dit medaillon magtig te worden, indien Uwe de volgende drie penningen daar voor zoude willen afstaan, namentlijk de Arsinae en de Adelphων Δημων dezelven die ik gehad hebbe, en een goude Pilippus waar van het hoofd ten minste perfect geconditioneerd moet zijn. Zo Uwe daar toe geneegen mogt zijn, zal ik die drie penningen ten spoedigsten wagten, en twijffele niet of zal in staat zijn Uwe als dan het medaillon ten spoedigsten toe te zenden, zo dit volstrekt onmogelijk was, zoude ik Uwe die penningen terstont weder te rug zenden. Ik geef Uwe geen raad, dog weet voor mij, of dergelijk een stuk mij drie doubletten waardig zoude zijn. Wat Uwe hier omtrent ook moge resolveeren, zij gelieve te weten dat een spoedig antwoord op deze ten uitersten noodzakelijk is. Indien ik het medaillon in eigendom bekome, en de ruil geschiedt onder ons beiden op de bovengemelde voet, zal het ons beiden geduurende veertien dagen na de overzending, nog vrij staan dezelve te niet te doen. Buiten het voorgeslagene is niets onder de 80 ducaten te doen, ten zij Uwe van het bewuste schild afstand zoude willen doen, als wanneer ik alle mijne kragten nog zoude inspannen. Hebbe de eer te zijn, met haast, wel edle Heer en Vriend, Uwes ootmoedige en gehoorsame dienaer. Hemsterhuis. s’ Hage, den 4den maart 1780 » (Den Haag, Museum Meermanno, Archief van Damme, 401 / 66-67 ; Sluis 2017, lettre 12/101, p. 132-133).

References

  1. ^  Cuper, Gisbert (1743), Lettres de Critique, de Litterature, d'Histoire, &c. ecrites a divers savans de l’Europe [...] publiées sur les originaux par Monsieur de B**, chez J. Wetstein, Amsterdam.
  2. ^  Sluis, Jacob van (2017), François Hemsterhuis. Briefwisseling met overige correspondenten. Hemsterhusiana, volume 12, Groningen