François Hemsterhuis - Pieter van Damme - 1763-2-8

From Fina Wiki
Revision as of 15:37, 27 October 2020 by FDeCallatay (talk | contribs)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


François Hemsterhuis, Leiden

François Hemsterhuis - Pieter van Damme - 1763-2-8
FINA IDUnique ID of the page  8693
InstitutionName of Institution. The Hague, Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum
InventoryInventory number. Archief van Damme 401, f° 30-31
AuthorAuthor of the document. François Hemsterhuis
RecipientRecipient of the correspondence. Pieter van Damme
Correspondence dateDate when the correspondence was written: day - month - year . February 8, 1763
PlacePlace of publication of the book, composition of the document or institution. Leiden 52° 9' 6.55" N, 4° 28' 52.00" E
Associated personsNames of Persons who are mentioned in the annotation. Jacob de Wilde
LiteratureReference to literature. Wilde 16921, Sluis 2017, lettre 12/21, p. 31-322
KeywordNumismatic Keywords  Greek , Roman , Otho , Coin Cabinet (acquisitions), Coin Price
LanguageLanguage of the correspondence Dutch
External LinkLink to external information, e.g. Wikpedia  https://www.rug.nl/library/heritage/hemsterhuis/brieven
Map
Loading map...
You can move or zoom the map to explore other correspondence!
Grand documentOriginal passage from the "Grand document".

-Lettre du 8 février 1763 (de Leyde) : « Wel eedle Heer en waarde Vriend. Onder ons gezegt, werd de waare Otho van De Wilde, en mijns bedenkens de beste die immer in eenig Cabinet gepronkt heeft volgens de advertentien in de Courant agter de bibliotheecq van neef van Brakel verkocht. Om met Uwe openhartig te werk te gaan, zal ik haar zeggen, dat ik om Uwent wille geen bod op dezelve zal doen, ten zij den Prins daar van kennisse kreeg en met deeze penning zijne collectie wilde verrijken, het geen ik echter geenzins geloven of vermoeden kan. En zo zulks al waare zoude Uwe daar spoedig van verwittigt zijn. Indien Uwe nu aan een of ander (want het zelve moet voorzeker buiten mij geschieden) commissie geeft tot de inkoop van de Otho verzoeke ik zulks per missive te mogen weten, om als dan absent te zijn, want in cas Uwe van de penning mogte afzien, zoude ik daar voor zeker op bieden. Nog moet Uwe zeggen, dat ik geloof dat de penning vrij hoog zal gaan, of schoon ik eertijts die familie des weegens tot reedelijke sentimenten heb zoeken te brengen, verbeelden zij zig echter daar aan een schat te bezitten. Ik derve Uwe wijders raden om bij aldien de prijs alle maat te boven ging, dezelve te laten lopen, vermits ik zeker ben dat de penning als dan zal komen in handen waar uit zij door mij het zij bij ruiling, koop of dwang binnen korten tijd zal zijn te krijgen en zo ras zij in mijne handen zal zijn is zij volgens onwederroepelijke belofde in de Uwe in het vast vertrouwen dat Uwe die Roomsche weldaad, met Grieksche zal tragten te vergelden. Zie daar waarde Vriend openhartig alles het geen ik in de zaak in questie weet te zeggen. Het wenschelijkste voor mij in deze zaak was Uwes overkomst, vermits Uwe als dan de penning zelf kan zien en voorts overleggen het geen te doen staat. Ik verwagt voor vast een lettertje Uwe voornemen te verstaan, vermits ik bij mangel van antwoord of in cas dat Uwe van de Otho afzag voor mij f 80 of f 100 ten minsten zoude bieden om ze als dan uit oude kennis te bewaaren. Ik blijve altoos, wel eedle Heer en waarde Vriend, Uwes gehoorzame en ootmoedige dienaer. Hemsterhuis. Leiden, den 8 febr. 1763 (Den Haag, Museum Meermanno, Archief van Damme, 401 / 30-31 ; Sluis 2017, lettre 12/21, p. 31-32).

References

  1. ^  Wilde, Jacob de (1692), Selecta numismata antiqua; ex musæo Jacobi de Wilde, sumptibus authoris, Amstelodami.
  2. ^  Sluis, Jacob van (2017), François Hemsterhuis. Briefwisseling met overige correspondenten. Hemsterhusiana, volume 12, Groningen