François Hemsterhuis - Pieter van Damme - 1780-3-22

From Fina Wiki
Revision as of 15:51, 27 October 2020 by FDeCallatay (talk | contribs)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


François Hemsterhuis, The Hague

François Hemsterhuis - Pieter van Damme - 1780-3-22
FINA IDUnique ID of the page  8733
InstitutionName of Institution. The Hague, Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum
InventoryInventory number. Archief van Damme 401, f° 71
AuthorAuthor of the document. François Hemsterhuis
RecipientRecipient of the correspondence. Pieter van Damme
Correspondence dateDate when the correspondence was written: day - month - year . March 22, 1780
PlacePlace of publication of the book, composition of the document or institution. The Hague 52° 4' 29.82" N, 4° 16' 10.85" E
Associated personsNames of Persons who are mentioned in the annotation. Gisbert Cuper
LiteratureReference to literature. Sluis 2017, lettre 12/105, p. 137-1381
KeywordNumismatic Keywords  Greek , Coin Price , Medallions
LanguageLanguage of the correspondence Dutch
External LinkLink to external information, e.g. Wikpedia  https://www.rug.nl/library/heritage/hemsterhuis/brieven
Map
Loading map...
You can move or zoom the map to explore other correspondence!
Grand documentOriginal passage from the "Grand document".

-Lettre du 22 mars 1780 (de Den Haag) : « Wel eedle Heer en Vriend, Deze dient om Uwe kennis te geven dat het bewuste zakje ter zijner tijt wel is aangekomen. Wat de waardij van het medaillon betreft nijmand hier te lande kan daar over beter oordeelen dan wij beiden, en voorzeker kunnen wij daar omtrent niet verschillen van gedagten. Ik had het zelve reeds enige tijt in mijne magt met een vast voornemen om het altoos te bewaaren, dog eindelijk kreeg het vermaak om daar over met Uwe te spreeken de overhand, en deed mij schrijven; maar bemerkende dat Uwe zo vierig naar het bezit van deeze eenige en raare penning zoude zijn dan ik, hebbe ik Uwe een ruil geproponeert van 3 Griexe penningen of van het bewuste schild. Ik heb de gemelde Griexe penningen voorzeker gewagt tot op het oogenblik dat Uwes missive saturdag ontfong. En wanneer ik zag dat Uwe zwaarighijt maakte van aan mij 3 penningen af te staan die Uwe ten minsten drie maal bezit, en zulks voor een stuk dat nimmermeer te bekomen kan zijn, beken ik dat het mij leed deed van eenige prijs te hebben gesprooken. Hoe het zij de zaak is thans afgedaan, en ik feliciteere Uwe met die principaalste penning van haare geheele collectie. Dog indien egter Uwe dezelve niet als zodanig mogte aanmerken, bidde ik Uwe de koop terstont te niet te doen, wanneer ik belove de penning of altoos te zullen bewaaren of nimmer voor dergelijk een prijs aan eenig mensch ter waereld te zullen overlaten. Blijve in afwagting van Uwes weezentlijke gedagten over den penning, met alle agting, wel eedle Heer en Vriend, Uwes ootmoedige en gehoorsaeme dienaer. Hemsterhuis. s’ Hage, woensdag 22 maart 1780. Uwe kan de schriften van Cuper voortaan als haar in volkomen eigendom toebehoorende aanmerken. (Den Haag, Museum Meermanno, Archief van Damme, 401 / 71; Sluis 2017, lettre 12/105, p. 137-138).

References

  1. ^  Sluis, Jacob van (2017), François Hemsterhuis. Briefwisseling met overige correspondenten. Hemsterhusiana, volume 12, Groningen